Kenniscentrum

Liespijn #2: de juiste diagnose

Zoals in ons eerste stuk over liespijn al werd verteld, zijn er vele mogelijke oorzaken aanwijsbaar voor liesklachten. Belangrijk voor de fysiotherapeut: zijn de klachten te provoceren door houdingen en/of bewegingen?

Welke mogelijke oorzaken zijn er?

Globaal kunnen we de mogelijk oorzaken van liespijn onderverdelen in de volgende categorieën:
  • Uitstralingspijn vanuit de lendewervelkolom of SI-gewrichten
  • Problemen rond de symfyse (de verbinding tussen het linker en rechter schaambeen)
  • Pijn vanuit het heupgewricht
  • De spieren en pezen in de liesregio (de heupbuigers, adductoren en buikspieren)
  • Overige oorzaken, zoals o.a. slijmbeurzen en liesbreuken.

Het onderzoek van de fysiotherapeut
Door middel van provocatietests gaat de fysiotherapeut proberen te achterhalen waar de pijn in de lies vandaan komt.

Wervelkolom en bekken
De lendewervelkolom wordt getest op beweeglijkheid. Wanneer daarbij pijn in de liesregio optreedt, kan dit een aanwijzing zijn voor uitstralingspijn. Voor de SI-gewrichten bestaan een aantal provocatietesten, die tezamen een SI-probleem kunnen uitsluiten of bevestigen.

Pijn vanuit de symfyse komt minder vaak voor en is voor fysiotherapeuten moeilijk te beoordelen. Deze klachten komen meestal voor bij vrouwen rond de bevalling of na ongelukken.

Heupgewricht
Met name bij oudere patiënten komt de liespijn vaak vanuit het heupgewricht, bv. op basis van artrose. Een nauwkeurig onderzoek van de beweeglijkheid van het gewricht is hierbij essentieel, eventueel in combinatie met een röntgenfoto om artrose aan te tonen.
Af en toe kan er ook vocht in het heupgewricht aanwezig zijn. Dit is mooi te zien met echografie (zie foto).

Spieren en pezen
Wanneer sporters met liesklachten komen, is er in het grootste deel van de gevallen sprake van een spier- of peesprobleem. Met name peesklachten kunnen langdurig aanwezig blijven, daar waar een spierscheuring meestal binnen 6 weken volledig herstelt.
Dergelijke klachten worden vooral onderzocht met weerstands- en lengtetesten. Per spier wordt de kracht en lengte getest, waarbij het optreden van pijn daarbij primair aangeeft welke spier betrokken is bij de klachten.
Aanvullend kan met echografie de mate van letsel beoordeeld worden.

Overigen
Slijmbeursontstekingen zijn klinisch niet te testen. Met echografie zijn slijmbeurzen goed in beeld te brengen, wanneer ze opgezet zijn. Meestal komen slijmbeursontstekingen niet alleen voor, maar in combinatie met pees- of spierletsel.
Liesbreuken bestaan in meerdere varianten. Typerend voor liesbreuken is optredende pijn bij druk zetten (hoesten, niezen, persen). De symptomen van een liesbreuk en van peesproblemen van de adductoren/buikspieren kunnen overeenkomen. Goede diagnostiek van een arts of fysiotherapeut, om deze twee oorzaken te onderscheiden, is daarbij belangrijk. Immers, een liesbreuk herstelt niet vanzelf.

Samengevat
Bij liespijn is het voor de fysiotherapeut van belang, dat de pijn is op te roepen door houdingen en/of bewegingen. Kennis van de verschillende mogelijke oorzaken van liespijn is daarbij een vereiste. Dit, in combinatie met de juiste testen, aangevuld met eventueel echografisch onderzoek, leidt tot de juiste diagnose. En, daarmee tot de juiste behandeling. Hierover in het volgende blogartikel meer.
Liespijn 2 de juiste diagnose

Heb je liespijn?

Maak een afspraak met een van onze specialisten!


Bekijk de vergoedingMaak een afspraak