Kenniscentrum

Rug- en bekkenpijn tijdens de zwangerschap (3/5): een verklaring

In 2001 schreef fysiotherapeut Koes een artikel in het tijdschrift Versus, genaamd "Heuplenigheid en bekkenklachten gedurende de zwangerschap". In dit artikel komt hij met een logische verklaring voor zwangerschapsgerelateerde bekkenpijn (ZGBP). De KNGF-richtlijn geeft aan, dat er zeer beperkt wetenschappelijk bewijs is voor de oorzaken en behandeling van ZGBP. Mede daarom is deze verklaring van Koes een zeer welkome en wordt dan ook binnen onze praktijk al jaren met goede resultaten gehanteerd.

Hieronder volgt het eerste deel van de "vereenvoudigde" samenvatting van dit artikel.

Bekkenklachten tijdens de zwangerschap
De pijn bestaat voornamelijk rond de SI-gewrichten, rond de aanhechtingen van de spieren op het schaambeen (de adductoren), in de liesstreek en ter hoogte van de zitbeenknobbel. De klachten treden vaak op vanaf de 3e maand, de tijd dat de buik gaat groeien. Aanvankelijk treden de klachten op na lang staan en lopen, vooral na slenteren. Later wordt zitten pijnlijk t.h.v. de zitbeenknobbel.
Koes observeerde een aantal jaren de beweeglijkheid van de heupgewrichten bij zwangere patiƫnten met ZGBP. Wat bleek: alle vrouwen hadden een beperkte lenigheid van de beweging van het been naar binnen (adductie) en de strekbeweging (extensie) van een heupgewricht.

Figuur 1 a t/m c (Bron: Koes, 2001)
Aanpassingen rond de heup gedurende de zwangerschap
Gedurende de zwangerschap wordt de buik groter en vooral zwaarder a.g.v. de groei van de baby. Dat heeft gevolgen voor de houding van de moeder. In figuur 1a zie je een normale situatie, waarbij het gewicht (het zwaartepunt) van het lichaam boven de heup zich ook boven de heupas bevindt. Dit maakt dat het lichaam in evenwicht is. In 1b is de persoon zwanger, is de buik groter en is het gewicht verplaatst naar voren. Dit heeft een buigend effect over de heupgewrichten. Door het bekken achterover te kantelen (dus te strekken in de heupen), verplaatst het gewicht zich weer tot boven de heupas (figuur 1c). Wederom is het lichaam in evenwicht.

Figuur 2 d t/m f (Bron: Koes, 2001)
Consequenties van de strekbeperking in de heup
In figuur 2d is een persoon te zien met een afgenomen lenigheid van het strekken van de heup. In een niet-zwangere toestand heeft dit nog geen consequenties voor het gewicht en het evenwicht. Wanneer deze persoon echter zwanger is, de buik groeit en het gewicht zich weer voor de heupas bevindt, wordt achteroverkantelen van het bekken opeens niet meer mogelijk, doordat de heupstrekking beperkt is (figuur 2e). De hamstrings, die zich aan de achterzijde van het bovenbeen bevinden en aanhechten aan de zitbeenknobbel, proberen het bekken in evenwicht te houden door aan te spannen (wat in een normale situatie niet nodig is). Daarnaast wordt er extra in de onderrug gestrekt (de rug wordt hol gemaakt), waardoor het gewicht zich weer boven de heupas kan bevinden (figuur 2f).

Naarmate de zwangerschap vordert, wordt dit echter steeds lastiger en vraagt dit ook veel lenigheid van de onderrug. Dat moet maar net aanwezig zijn. Vaak proberen deze vrouwen nog te compenseren door de schouders naar achteren te trekken, waardoor er later ook klachten ontstaan tussen de schouderbladen: een veelgehoorde klacht bij zwangere vrouwen.

De pijnklachten verklaard
Vanuit deze mechanismen zijn de pijnklachten in de onderrug, in de lies (uitstralingsgebied van de heup), t.h.v. de zitbeenknobbel (aanhechtingsplaats van de hamstrings) en bilstreek en t.h.v. de achterzijde van het been goed te verklaren.

In blogartikel 4 gaan we in op de problemen die veroorzaakt worden door de verminderde lenigheid van de binnenwaartse beweging van het been in het heupgewricht (adductie).
Rug en bekkenpijn tijdens de zwangerschap 35 een verklaring

Ben je zwanger, en heb je last van je rug of bekken?

Maak een afspraak met een van onze specialisten!


Bekijk de vergoedingMaak een afspraak